Tips voor het Borgen van Brandveiligheid
Auteur: Ir. Sophie van Gerwen
In dit artikel bespreken we:
- Belangrijke punten bouwplantoetsing Brandveiligheid
- Hoe vind ik dit eenvoudig in de rapportages van HBA?
- Wanneer is een Brandoverslagberekening noodzakelijk?
- Hoe Borg je een brandoverslagberekening?
Als het om brandveiligheid gaat, zijn er veel verschillende eisen die afhankelijk zijn van de gebruiksfunctie en de grootte van een gebouw. In dit artikel bespreken we enkele van deze eisen en de belangrijkste aandachtspunten.
Niet alle gebouwen zijn even complex. Voor grondgebonden woningen gelden bijvoorbeeld minder eisen. Deze bestaan vrijwel altijd uit één brandcompartiment en één (beschermd) subbrandcompartiment, waardoor de toetsing van deze woningen over het algemeen vrij eenvoudig is. Een appartementencomplex daarentegen brengt aanzienlijk meer regelgeving met zich mee. Hierbij gaat het namelijk om meerdere brandcompartimenten en spelen vluchtroutes een cruciale rol.
Naast woonfuncties is er ook utiliteit en hier hangt het een beetje af van de grootte van het gebouw en de vluchtmogelijkheden. Over het algemeen wordt dit complexer naarmate het gebouw groter wordt. Daarnaast zijn bij utiliteit ook meer eisen op het gebied van bouwwerkinstallaties waar op gelet dient te worden.
Bouwplantoetsing Brandveiligheid
Wanneer het gaat om een aanvraag voor een omgevingsvergunning, is niet altijd alles even eenvoudig te toetsen en te borgen. Met name onderwerpen die invloed hebben op bouwkundige elementen zijn cruciaal om vanaf het begin goed in kaart te brengen, zodat aanpassingen aan het ontwerp in een later stadium worden voorkomen. Wij beschouwen compartimentering, vluchtroutes en brandscheidingen als de meest bepalende factoren. Daarom zullen we deze onderwerpen in dit artikel behandelen.
Compartimentering
De indeling van de verschillende soorten brandcompartimenten is een cruciale factor voor veel andere aspecten van brandveiligheid. Het is daarom belangrijk om deze zorgvuldig te toetsen, aangezien ze een grote invloed hebben op onder andere de vluchtroutes, brandwerendheid en rookwerendheid.
Voor Brandcompartimenten (BC) zijn er een aantal belangrijke punten om op te letten:
- Maximale omvang BC is 1000m2, behalve voor logiesfunctie (500m2) en industriefunctie (2500m2);
- Toiletruimte, badruimte, liftschacht en technische ruimte mogen buiten een brandcompartiment gelegen zijn onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn terug te vinden in artikel 4.50 lid 2 van het BBL;
- Een extra beschermde vluchtroute moet buiten het BC gelegen zijn.
Waar de regels voor brandcompartimenten vrij algemeen zijn, gelden voor de beschermde subbrandcompartimenten (BSBC) veel specifieke regels per gebruiksfunctie. De belangrijkste punten zijn:
- Verblijfsgebied (woonfunctie), bedgebied, celeenheid en logiesverblijf liggen in een BSBC
- Maximale omvang van een BSBC
- Woonfunctie – 500 m² (100 m² bij woonfunctie voor zorg > 500 m²)
- Bedgebied in een kinderopvang – 200 m²
- Bedgebied in gezondheidszorgfunctie is afhankelijk van de soort bewaking – artikel 4.59 lid 5 en 6
- Celeenheid – 500 m²
- Logiesverblijf – 500 m²
- Aanvullende gelden er nog een aantal andere regels
- BSBC met bedgebied voor kinderopvang bevat alleen deze gebruiksfunctie en eventuele nevenfuncties
- Iedere celeenheid is een afzonderlijk BSBC
- Ieder logiesverblijf is een afzonderlijk BSBC en afzonderlijk SBC
Vluchtroutes en Subbrandcompartimenten
Eerder hebben we het nog niet gehad over de eisen van subbrandcompartimenten (SBC). Dit komt doordat subbrandcompartimenten niet afzonderlijk van vluchtroutes zijn te toetsen. De omvang van subbrandcompartimenten is namelijk gebaseerd op de loopafstanden en hoogteverschillen van vluchtroutes.
Zo gelden er maximale loopafstanden naar de uitgang van een SBC. Belangrijk is om hier goed op te letten of het om de daadwerkelijke of gecorrigeerde afstand gaat. Daarnaast geldt voor de meeste functies ook dat het maximaal te overbruggen hoogteverschil naar de uitgang van het SBC 4 meter is.
Vervolgens is het nog belangrijk om te bepalen/toetsen wat de vluchtroutes met een status zijn en of deze voldoen. Hier is het erg belangrijk om met behulp van het BBL en de juiste gebruiksfunctie te bepalen wat voor soort vluchtroute verplicht is. Hierbij zijn een aantal zaken van belang:
- Aantal personen aangewezen op een vluchtroute
- Loopafstanden
- Hoogteverschillen
Als dit bepaald is, is het belangrijk om te controleren of de vluchtroutes op de juiste locatie liggen als het gaat om compartimentering. Dat wil zeggen dat een extra beschermde vluchtroute altijd buiten het brandcompartiment ligt net zoals een veiligheidsvluchtroute. En een beschermde vluchtroute ligt in het brandcompartiment maar buiten de subbrandcompartimenten.
WBDBO en WRD
Als de indeling van brandcompartimenten en vluchtroutes gecontroleerd is en vaststaat, kunnen de brandscheidingen gecontroleerd worden. Hier gelden de volgende eisen die belangrijk zijn om te controleren;
Brandwerendheid (WBDBO)
Vanaf een BC naar een andere ruimte is standaard 60 minuten. Als er gebruik is gemaakt van de reductie naar 30 minuten is het belangrijk om te controleren of dit terecht is. Dit kan met behulp van artikel 4.53 van het BBL.
Daarnaast kan er nog een WBDBO van 30 minuten of 20 minuten gelden vanaf een (B)SBC. Deze aanvullende WBDBO zijn alleen van toepassing als er een beschermd subbrandcompartiment aanwezig is dat niet de grens vormt van het brandcompartiment.
Rookwerendheid (WRD)
Vanaf subbrandcompartimenten en beschermde subbrandcompartimenten kan een rookwerendheids eis gelden richting andere ruimtes. Vaak ligt zo’n scheiding gelijk met de brandwerendheid. We zien hierbij vaak dat de brandwerendheid is aangegeven op tekening maar dat de rookwerendheid nog wordt vergeten.
Wanneer er meerdere vluchtroutes met status aanwezig zijn in een gebouw is het belangrijk om te checken of hier wordt voldaan aan de brand- en rookwerendheid eisen die zijn opgesteld voor tussen de 2 vluchtroutes.
Hoe te Borgen aan de hand van onze rapportage?
Omdat brandveiligheid uit redelijk veel onderwerpen bestaat, proberen we in de rapportage een duidelijk overzicht te maken van de relevante eisen. Waar nodig plaatsen we hier ook opmerkingen als iets niet voldoet. Dit stukje resultaten en conclusies is gemakkelijk te gebruiken als uitgangspunt voor het borgen.
Wanneer vraag je om een Brandoverslagberekening?
Brandoverslag is mogelijk in zowel verticale als horizontale richting. Aan de hand van een aantal vuistregels kun je eenvoudig bepalen of een brandoverslagberekening noodzakelijk is.
- Horizontale brandoverslag
- Interne hoek, hierbij is altijd een brandoverslagberekening nodig;
- Gebouwen tegenover elkaar (inclusief spiegelsymmetrie) afhankelijk van de afstand zie tabel 1. Bij spiegelsymmetrie telt de halve afstand tot de perceelsgrens.
- Verticale brandoverslag
- Dakopening naar opgaande gevel;
- Ramen in een gevel, hier moet een brandoverslagberekening worden uitgevoerd. Hierbij geldt de vuistregel dat als openingen 1 meter of meer uit elkaar liggen dat er geen brandoverslag plaats zal vinden en er dus geen brandoverslagberekening nodig is. Als deze afstand kleiner is dan 1 meter is er wel een brandoverslagberekening nodig.
Toelichting Tabel: Bij een afstand van minder dan 5 meter is het risico op brandoverslag altijd zodanig dat er brandwerende maatregelen toegepast moeten worden. Omdat brandwerendheid standaard al wordt toegepast, is het niet nodig om dit opnieuw te berekenen met een brandoverslagberekening.
Tabel 1: Horizontale afstanden bij spiegelsymmetrie
Afstand | Brandoverslagberekening | Opmerkingen |
---|---|---|
Kleiner dan 1 meter | Nee | Geen openingen in gevel toegestaan |
1- 5 meter | Nee | Gevelopeningen dienen brandwerend te zijn |
5-15 meter | Ja | – |
Groter dan 15 meter | Nee | Bij woonfuncties ligt de grens op 12 meter *met uitzondering op woonfunctie groter dan 500 m2 |
Borgen van de Brandoverslagberekening
Onze brandoverslagberekeningen worden uitgevoerd met de software van DGMR. Een uitdraai van deze berekening vindt u bij ons altijd terug in de rapportage. Per scenario is eenvoudig te zien of aan de eisen wordt voldaan of dat aanvullende maatregelen nodig zijn.
In onderstaande afbeelding is te zien dat in rekenscenario BC3 alle observatiepunten voldoen. BC3 betekent dat de brandruimte in dit scenario brandcompartiment 3 is. In dit geval zijn er dus geen aanvullende maatregelen nodig.
In rekenscenario BC4 voldoen enkele kozijnen niet. In de samenvatting van dit scenario is duidelijk aangegeven welke observatiepunten niet voldoen.