Mantelzorgwoning bouwbesluit/ BBL eisen of vergunningsvrij bouwen?
Auteur: Drs. Tim Mijzen, Naomy van Uffelen en Jonar Nikkels
De afgelopen periode zijn de regels omtrent mantelzorgwoningen veranderd, in dit artikel gaan we dieper in op dit onderwerp. De volgende onderdelen komen aan bod:
Een mantelzorgwoning heeft als doel huisvesting voor iemand die zorg nodig heeft of voor iemand die zorg verleent. Een mantelzorgwoning bevindt zich altijd op een bestaand perceel waar een bestaande woning op staat. Conform de regels besluit omgevingsrecht (Bor) is een mantelzorgwoning per definitie geen woning. In deze woonruimte mag één huishouden van maximaal twee personen verblijven, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
Kun je een mantelzorgwoning vergunningsvrij bouwen?
Voor een mantelzorgwoning is over het algemeen geen vergunning nodig, wel zijn er regels. De regels omtrent een mantelzorgwoning komen voornamelijk voort uit het Besluit Bouwwerken Leefomgeving(BBL) met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu. Een mantelzorgwoning die vergunningsvrij kan worden geplaatst moet wel voldoen aan het BBL. Vergunningsvrij houdt in dat je geen vergunning hoeft aan te vragen. Het betekent niet dat je niet hoeft te voldoen aan de eisen van het BBL.
Onderstaand vindt u de uitzonderingen wanneer er toch een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd:
- Mantelzorgwoning in een stadsgezicht of monument;
- Binnen de veiligheidsafstanden van bedrijven;
- Mantelzorgwoning dat niet alleen op de grond staat, dus met een kelder of souterrain;
- Bij een woonwagen, recreatiewoning of tijdelijk hoofdgebouw.
Eisen nieuwbouw mantelzorgwoning
Nieuwbouw of het uitbreiden van een uitbouw, aanbouw of bijgebouw kan in sommige gevallen zonder een omgevingsvergunning, mits het aan de voorwaarden in Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht voldoet.
Met de volgende stappen bepaal je of een mantelzorgwoning vergunningvrij mag bouwen:*
Stap 1
Bepaal het achtererfgebied. Vergunningvrij bijbehorende gebouwen bouwen mag alleen op het achtererf. Op het voorerf is altijd een vergunning nodig. Het achtererfgebied is de hele tuin gemeten vanaf 1 meter achter de voorgevel. Vanaf pagina vijf van vergunningsvrij bouwen vindt u diverse voorbeelden en uitleg om het achtererfgebied exact te bepalen. Ook vind u hier meer uitleg over de onderstaande stappen.
Stap 2
Bepaal de omvang van het bebouwingsgebied. Hierbij dient rekening te worden gehouden met eventueel later toegevoegde aan- of uitbouwen die destijds niet bij de oorspronkelijke vergunningsaanvraag hoorde. De vierkante meters die later bebouwd zijn mag u optellen bij het achtererfgebied zoals berekend in stap 1. Samen vormt dit het bebouwingsgebied.
Stap 3
Er mag maar een bepaald percentage van het bebouwingsgebied daadwerkelijk bebouwd worden. U dient het maximaal toelaatbare oppervlakte te berekenen. Voor een bebouwingsgebied kleiner of gelijk aan 100 m2 is dit 50% van dat gebied. Ligt het bebouwingsgebied tussen de 100-300 m2? Dan geldt dat er 50m2 bebouwd mag worden, plus 20% van het deel dat groter is dan 100 m2. Is er sprake van een bebouwingsgebied groter dan 300 m2? Dan mag er 90 m2 bebouwd worden, plus 10% van het deel dat groter is dan 300 m2. Hierbij geldt een maximum van 150 m2. Buiten de bebouwde kom kan worden afgeweken van deze regels als het gaat om een (in delen) verplaatsbare mantelzorgwoning van maximaal 100 m2.
Stap 4
Bereken hoeveel vierkante meter er nog bijgebouwd mag worden. Pak het maximum toelaatbare oppervlakte (zoals berekend in stap 3) en doe dit minus de oppervlaktes van de bijbehorende bouwwerken (bouwwerken die bij de oorspronkelijke verguninning niet vergund zijn, maar wel gebouwd).
Stap 5
Ga na hoe hoog er gebouwd mag worden. Hier zijn verschillende regels voor, afhankelijk van de afstand tot het hoofdgebouw.
Binnen 4 meter van het hoofdgebouw:
- Niet hoger dan 30 cm boven de vloer van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw
- Hoofdgebouw 1 bouwlaag ➜ hoogte bijgebouw maximaal hoogte van hoofdgebouw
Verder dan 4 meter van het hoofdgebouw:
- Tot 3 meter hoogte mag altijd
- Hoger dan 3 meter ➜ extra eisen voor dakvorm
- Tenminste 2 schuine dakvlakken
- Laagste punt van het dak blijft onder de 3 meter
- Hellingshoek dak maximaal 55°
- Maximale hoogte: (afstand daknok tot de perceelsgrens [m] x 0,47) + 3 = maximale daknokhoogte [m].
- Maximum hoogte 5 meter
Met behulp van deze stappen kunnen de maximum afmetingen voor een nieuw te bouwen mantelzorgwoning bepaald worden.
* De bovenstaande stappen komen uit het document vergunningsvrij bouwen. In dit document vindt u diverse voorbeelden inclusief duidelijke illustraties.
Eisen bestaande bouw mantelzorgwoning
Het gebruiken van een bestaand bouwwerk, aanbouw, uitbouw, of bijgebouw als mantelzorgwoning is omgevingsvergunningvrij, mits er aan de volgende eisen wordt voldaan:
- Geen verandering van de draagconstructie;
- Geen verandering van de brandcompartimentering of beschermde sub; brandcompartimentering;
- Geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte;
- Geen uitbreiding van het bouwvolume.