Ventilatieberekening
Een ventilatieberekening is verplicht om aan te leveren bij zowel nieuwbouw- als bestaande bouw aanvragen. Op deze manier controleert de gemeente of uw gebouw voldoet aan de minimale eisen voor luchtverversing.
Een ventilatieberekening is een berekening die aantoont en adviseert hoeveel liter per seconde (L/s) er moet worden geventileerd. In de berekening wordt aangegeven hoeveel L/s er in welke verblijfsruimte moet worden toegevoerd en in welke ruimtes (keuken, toilet en badkamer) er een mechanische afvoer moet komen.
De eisen zoals opgenomen in het besluit bouwwerken leefomgeving verschillen per gebruiksfunctie. Zo is er voor woonfuncties een eis per m², maar voor sport- en/of kantoorfuncties is deze eis persoonsgebonden. De bepalingsmethode is opgenomen in ‘afdeling 4.3.6 luchtverversing’ van het besluit bouwwerken leefomgeving waarin wordt verwezen naar de NEN 1087.
De minimaal benodigde gegevens voor het opstellen van een ventilatieberekening zijn:
Wat als de berekening niet voldoet? Geen probleem, wij lichten in een korte rapportage toe wat er nodig is om wel te voldoen.
Stap 1: Je begint met het identificeren van de gebruiksfuncties om te bepalen welke ventilatie eisen er van toepassing zijn. In dit geval gaan we ervan uit dat er verse lucht binnenkomt door natuurlijke ventilatieroosters in de gevel en dat de afvoer geregeld is door een mechanische afvoer systeem.
Stap 2: Bereken de oppervlakte van de verblijfsruimtes volgens de NEN 2580.
Stap 3: Match de oppervlaktes of het aantal personen met de ventilatie eisen. Let op: het berekenen van de oppervlaktes is niet altijd gelijk aan l x b x h en kan afwijken van het gebruiksoppervlakte dat vaak vermeld staat in de plattegronden.
In onze berekening gaan we uit van:
Ruimte | Minimale Toevoer (L/s) |
---|---|
VR1 | 10,57 |
VR2 | 10,57 |
VR3 | 14,58 |
VR4 | 12,9 |
Stap 4: Nu het L/s voor de verblijfsruimtes bepaald is kunnen we de lengte van de ventilatieroosters bepalen. In het artikel implementeren van een ventilatieberekening staat dit exact beschreven. Kort samengevat: U kies een type ventilatieroosters bijvoorbeeld een ducoline 10 ZR. Dit systeem heeft per m1 een totale ventilatie invoer van 10,7 L/s. Voor VR2 komt dit uit op (10,57 L/s): ( 10,8 L/S/m1) = 0,98 m1. Dit betekend dat u 0,98 m1 van het ventilatierooster type ducoline 10 ZR nodig heeft om te voldoen aan de totale invoer van slaapkamer 2.
Stap 5: De toegevoerde verse lucht moet af worden gevoerd zodat de totale ventilatie in balans is. Eerst bepalen we voor welke ruimtes er mechanische ventilatie afvoerpunten verplicht zijn. In dit geval moet er 21 L/s worden afgevoerd in de woonkamer en keuken, 14 L/s in de badkamer en 7 L/s in de toilet.
Stap 6: Zorg dat de ventilatie in balans is.
Ruimte | Toevoer (L/s) | Ruimte | Afvoer (L/s) |
---|---|---|---|
VR1 | 10,57 | Woonkamer en keuken | 21 |
VR2 | 10,57 | Badkamer | 14 |
VR3 | 14,58 | Toilet | 7 |
VR4 | 12,90 | – | – |
Totaal | 48,62 | Totaal | 42 |
In dit geval is de totale toevoer niet gelijk aan de totale afvoer. Hierdoor is de ventilatie niet in balans. Om de ventilatie in balans te krijgen moeten er extra afvoerpunten gekozen worden. Let op: je kan niet zomaar het verschil toekennen aan bijvoorbeeld de slaapkamer. Je hebt namelijk ook te maken met de doorstroom tussen de ruimtes. Om dit overzichtelijk te maken kan er gebruik worden gemaakt van een stroomschema.
Zoals u ziet is het niet eenvoudig om een ventilatieberekening in balans te krijgen. Daarnaast zijn er veel zaken waar u rekening mee dient te houden. Laat daarom uw berekening altijd opstellen door een ervaren adviseur!