Oppervlakte berekening
De ‘oppervlakte toets’ ook wel bekend als het ‘gebruiksoppervlakte (GBO) / verblijfsgebied (VG) toets’ of de ‘55% toets’ genoemd. Deze berekening is verplicht bij de bouwaanvraag van nieuwbouwwoningen en utiliteitsgebouwen.
Het gebruiksoppervlakte (GBO of GO) is het bruikbare oppervlakte van een woning. Een verblijfsgebied is een ruimte die bestaat uit één of meer verblijfsruimtes, met als doel het verblijven van mensen. Denk hierbij aan een woonkamer, slaapkamer en een keuken.
Het is belangrijk om de gebruiksoppervlaktes en de oppervlaktes van de verblijfsgebieden nauwkeurig op te meten. Deze oppervlaktes vormen de basis voor vele andere berekeningen. Denk hierbij aan de daglicht, ventilatie, spuiventilatie, EPC en de MPG berekening.
De verhouding GBO/ VG moest tot 2015 voldoen aan de 55% regeling. Ofwel 55 % van de oppervlakte van de woning moest bestaan uit verblijfsgebieden. Dit was ter bescherming van de bewoners, zodat het grotendeel van de woning bestemd is voor het verblijven van mensen. Deze regelgeving is verandert in het besluit bouwwerken leefomgeving, meer hierover vindt u op onze pagina Besluit bouwwerken leefomgeving, eisen en tabellen.
Het gebruiksoppervlakte bereken je door al het binnenmuurse oppervlaktes van de woning bij elkaar op te tellen met uitzondering van:
Een verblijfsruimte (volgens het besluit bouwwerken leefomgeving) is een ruimte bedoeld voor het verblijven van mensen en ligt altijd in een verblijfsgebied. Waarbij een verblijfsgebied kan bestaand uit één of meer verblijfsruimtes.
Verblijfsruimtes die naast elkaar liggen (in de plattegrond) waarbij de scheidingsmuur niet dragend is, horen samen in een verblijfsgebied. Als de muur wel dragend is, worden de verblijfsruimtes verdeeld in twee aparte verblijfsgebieden.
Het gebruiksoppervlakte kan dezelfde afmetingen hebben als een verblijfsruimte, maar dat hoeft niet altijd. Een gebruiksoppervlakte meet je vanaf 1500 mm waar het oppervlakte van een verblijfsruimte wordt gemeten vanaf de 2100 m of de 2600 mm lijn. Dit hangt af van de eisen en normen van het besluit bouwwerken leefomgeving.
Als de berekeningen net niet lekker uitkomen kan er worden gespeeld met de gebruiksoppervlaktes, verblijfsruimtes en de verblijfsgebieden. Een veel voorkomende voorbeeld hiervan is de krijtstreepmethode. Deze methode verdeeld een GBO in kleinere VG’S en VR’s om te voldoen aan de eisen van bijvoorbeeld daglicht en ventilatie.
Daarnaast kun je ook gebruik maken van “diepere” regels in het besluit bouwwerken leefomgeving. Er is een verschil tussen de eisen aan een verblijfsruimte en een verblijfsgebied. Als je hier slim mee omgaat kun je de wat complexere projecten waar je bijvoorbeeld beperkt bent in je indeling, toch laten voldoen aan het BBL.
De minimaal benodigde gegevens voor het opstellen van een oppervlakte GBO/VG toets zijn:
Wat als de berekeningen niet voldoet aan de norm? Geen probleem, wij lichten in een korte rapportage toe wat er nodig is om wel te voldoen.