Een schaduwberekening berekent de toe- of afname van de schaduwval op een exact meetpunt (bijvoorbeeld een kozijn of een terras). De berekening gebruikt twee situaties om de waardes goed te kunnen vergelijken, dit wordt gedaan door de nieuwe (er is een aan, uit of opbouw geplaatst) en de bestaande situatie naast elkaar te leggen.
Een schaduwberekening is voor klanten die stapje verder willen gaan dan de gemeentelijke wet en regelgeving. Met deze berekening wordt de exacte hoeveelheid schaduw gemeten op het meetpunt. Dit meetpunt kan één of meerdere kozijnen zijn, een deel van de tuin of bijvoorbeeld het terras.
Wij presenteren twee waardes:
Dit is het beste te illustreren met een drietal voorbeelden:
Meet punt A
Meetpunt A heeft 2,23 m2 aan glasoppervlakte
Meetpunt B
Meetpunt B heeft 3,60 m2 aan glas oppervlakte
Meetpunt C
Meetpunt C heeft 47,76 m2 aan terras oppervlakte
Onderstaand ziet u twee afbeeldingen:
1) de nieuwe situatie (met aanbouw van de buren)
2) de bestaande situatie
De afbeelding presenteert de situatie van 20 November om 16:00 uur.
In de nieuwe situatie heeft Meetpunt A 5,31 % meer schaduwval op het glasoppervlakte in het gehele kozijn dan in de bestaande situatie.
Meetpunt B heeft in de nieuwe situatie 62,78% meer schaduwval op het glasoppervlakte in het gehele kozijn dan in de bestaande situatie. Daarnaast heeft meetpunt B in de nieuwe situatie een toename van 189,92 % t.o.v. de oude situatie.
In de nieuwe situatie heeft Meetpunt C 0 % meer schaduwval op terras.
De keuze van de data en tijdstippen is afhankelijk van het doel van de studie.
Voor een explorerende studie is ons advies om te kiezen voor de data en tijdstippen van een bezonningsonderzoek. Deze studie presenteert de belangrijkste data en tijdstippen van het jaar.
Is de schaduwberekening een vervolg van, of in combinatie met één van de TNO- normen? Dan hebben we al een model die we kunnen gebruiken, in overleg kunnen we dan de juiste data en tijdstippen bepalen om verder uit te werken.
Het advies is om voor maximaal vier verschillende data te kiezen met een tijdsinterval van 1 tot maximaal 2 uur.
Over het algemeen is een bezonningsstudie een uitstekende methode om te bepalen of er wordt voldaan aan één van de TNO- normen. Een lichte TNO of een Haagse norm wordt veelal gevraagd (of verplicht gesteld) door de gemeente.
Het voornaamste verschil is dat een schaduwberekening het verschil in schaduw presenteert in percentages. Daarnaast ben je niet afhankelijk van de data en tijdstippen die de normen hanteren. Het is een studie die veel dieper inzoomt op de situatie.
